1 JUNI 1963
Deze scheepskrant wordt uitgegeven onder verantwoording van: Berts, R.H. Geleynse, J.A. Gringhuis, A. en Pleysier, H. De copy dient iedere donderdag ten 12.00uur in het bezit te zijn van de redactie. Het honorarium bedraagt NA fl. 1,- per gepubliceerde bladzijde. Plaatsing van ingezonden copy betekent niet dat de redactie de zelfde mening is toegedaan als de inzender. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden copy niet te publiceren. De abonnementsprijs bedraagt NA fl. 0,05 per maand per opvarende. Per 4 man wordt 1 krant verstrekt. Advertenties: NA fl. 1,- per regel. |
Van de redactie.
NAAMPRIJSVRAAG
Als inzendingen op de in het vorige nummer vermelde naamprijsvraag werden de volgende suggesties voor een naam van onze scheepskrant ontvangen:
Caribische ontboezemingen
De Westganger Cactus Racer
De Dubois Koerier Zeeegel
Het Pleziertje De Bois post
Dubania
Duboiszet Hitte-expres
De Dubbelgraaf Zoutwaternieuws
Het Duboricht De Zeebeen koerier
Algemeen Dubblad Het Dubbus blad
18 knopen nieuws Dubse Gazette
Met algemene stemmen werd door de redactie de naam “De Duboribbian” als de meest karakteristieke voor Hr. Ms. “Dubois” in het Caribisch gebied uitverkoren. Als ondertitel werd “18 knopen nieuws” verkozen. Beide namen werden buiten mededinging door één en de zelfde anonieme inzender ingezonden.
Nu het voor de redactie tot haar spijt niet mogelijk is de voor de beste naam bestemde NA fl. 5,- uit te betalen, heeft zij gemeend dit bedrag te moeten voegen bij de prijs voor de beste omslagtekening en twee prijzen voor de beste ontwerpen toe te kennen.
PRIJSVRAAG OMSLAG-ONTWERP.
De eerste prijs NA fl. 6,- werd toegekend aan KPLSNR J.F. Reinders. Dit ontwerp zal voortaan als omslag van onze “Duboribbian” dienen.
De tweede prijs NA fl. 4,- werd gewonnen door MATR. 2 W.D.I. Versteegh. Zijn eveneens fraaie inzending is elders in dit nummer afgedrukt.
NAAMPRIJSVRAAG
Als inzendingen op de in het vorige nummer vermelde naamprijsvraag werden de volgende suggesties voor een naam van onze scheepskrant ontvangen:
Caribische ontboezemingen
De Westganger Cactus Racer
De Dubois Koerier Zeeegel
Het Pleziertje De Bois post
Dubania
Duboiszet Hitte-expres
De Dubbelgraaf Zoutwaternieuws
Het Duboricht De Zeebeen koerier
Algemeen Dubblad Het Dubbus blad
18 knopen nieuws Dubse Gazette
Met algemene stemmen werd door de redactie de naam “De Duboribbian” als de meest karakteristieke voor Hr. Ms. “Dubois” in het Caribisch gebied uitverkoren. Als ondertitel werd “18 knopen nieuws” verkozen. Beide namen werden buiten mededinging door één en de zelfde anonieme inzender ingezonden.
Nu het voor de redactie tot haar spijt niet mogelijk is de voor de beste naam bestemde NA fl. 5,- uit te betalen, heeft zij gemeend dit bedrag te moeten voegen bij de prijs voor de beste omslagtekening en twee prijzen voor de beste ontwerpen toe te kennen.
PRIJSVRAAG OMSLAG-ONTWERP.
De eerste prijs NA fl. 6,- werd toegekend aan KPLSNR J.F. Reinders. Dit ontwerp zal voortaan als omslag van onze “Duboribbian” dienen.
De tweede prijs NA fl. 4,- werd gewonnen door MATR. 2 W.D.I. Versteegh. Zijn eveneens fraaie inzending is elders in dit nummer afgedrukt.
COPY
De redactie heeft met vreugde geconstateerd dat velen de afgelopen week in de pen zijn geklommen en copy voor de scheepskrant hebben ingezonden. Met nadruk willen wij hier zeggen dat we iedereen uitnodigen zijn krachten in te zetten voor dit blad.
Niet iedereen beschikt over een “shakespeare”stijl maar dat is ook helemaal niet nodig!
Iedereen die iets op zijn hart heeft stellen wij graag in de gelegenheid in de “Duboribbian” aan het woord te komen!
De redactie heeft met vreugde geconstateerd dat velen de afgelopen week in de pen zijn geklommen en copy voor de scheepskrant hebben ingezonden. Met nadruk willen wij hier zeggen dat we iedereen uitnodigen zijn krachten in te zetten voor dit blad.
Niet iedereen beschikt over een “shakespeare”stijl maar dat is ook helemaal niet nodig!
Iedereen die iets op zijn hart heeft stellen wij graag in de gelegenheid in de “Duboribbian” aan het woord te komen!
DE CRUISE.
Woensdag 29 mei
Na allerlei schijnbaar onoverkomelijke moeilijkheden, zoals de whaleboot van drinkwater voorzien, omdat men van “drinkwaterzijde” bepaald had, dat zulks verspilling was, het vinden van een aan de gestelde afmetingen voldoend hoosvat, in de boot aanwezige reddingsmiddelen enz. enz., lagen we dan toch eindelijk achter het verweerde achteraanzicht van onze bloedeigen “Dubois”, klaar om op te tuigen en daarna los te gooien. Na enige tijd was dat gebeurd en kon LTZ Wiersma met een zeevaardersgezicht ons bootje de ST. Kruisbaai uitsturen. Nog maar net waren de transpiratie-sporen over ons hele lichaam, door een zilte wind weggevaagd, of de man van optische seinwezen aan boord van ons moederschip knipperde ons het volgende seintje na: “set watch op line alfa”. Dit was een van de vier kanalen op ons miniatuurzendertje en ontvangertje, dat wij voor alle zekerheid van de V.O. hadden meegekregen, benevens een seinlamp plus accu. Na enig geharrewar in de verschillende kaki-puinhopen op de bodem van de whale-boot, bleek de verbinding zoals gewoonlijk bij de aanvang van een oefening goed, waarna afgesproken werd dat we ons elk half uur even moesten melden. Later op de dag bleek dat ook optische verbindingen belangrijk kunnen zijn want door overkomend water en ook misschien door het stampen, dat we na verloop van tijd deden, bleek er kortsluiting te zijn ontstaan in onze “praatdoos”, zo erg zelfs, dat bij gebruik er van kleine rookwolkjes ontstonden. Op speciaal verzoek van de timmerman zijn we toen maar gestopt met het melden, want de lucht, die met de kortsluiting gepaard ging, was volgens hem niet te harden. We hadden nog maar juist de St. Kruisbaai onze achtersteven laten zien of daar begon het lieve leven, alhoewel nog niet zo erg als een paar uur later, moesten we ons toch al terdege in evenwicht houden en uitkijken naar de steunpunten om bij een onverwachte schuiver toch nog binnenboord te kunnen blijven. Van de kust wegvarende hadden we de indruk lekker op te schieten en we zouden dus na een half uurtje, na door de wind te zijn gegaan, rustig dwars op het zeetje de St. Martha baai kunnen bezeilen, waarna de St. Jansbaai, dan even punta halvendagronden en we hadden het zo goed als verdiend. Het pakte echter wel een beetje anders uit. Door een nog steeds aanwakkerende wind en een niet al te best getuigde sloep liepen we, te veel afgeremd door de klapper die we bij iedere golf te incasseren kregen, amper geen vaart. Door iets ruimer te gaan zeilen, gingen inderdaad braaf over de natte ruggen van de Caribische zee en schoten we ook lekker op, tenminste door het water, maar ten opzichte van de wal zat er geen schot in, temeer daar we terugsturend naar het eiland bij halve wind als een krab door het water gingen, voornamelijk vanwege de golven, die ons eendrachtig over bakboord wegzetten, richting St. Kruisbaai. Na drie runs van elk plusminus een half uur kwamen we steeds weer uit in de St. Marthabaai, zij het dan de ene keer met 3 cm terreinwinst en de twee andere keren met 2 centimeter!
Tot dusver hadden we de blokjes, waar de grootzeilschoten door liepen, op het boord bevestigd gehad, door dit nu enigszins te veranderen bleek dat er iets scherper gezeild kon worden, echter niet met voldoende resultaat, want de St. Michielsbaai hebben we deze middag niet meer gezien.
Het hoosvat bleek gedurende de hele tocht een der belangrijkste onderdelen van het hele schip. Om beurten werd er gezwoegd om de hele zaak drijvende te houden; er waren zelfs mensen die meenden zelf ook water te moeten lozen om het drijfvermogen op te voeren. De nette kartonnen doos, waarin de flessen limonade aan boord waren gezet dreef ondertussen al als pulp tussen de nog hele flessen. Enfin, iedereen was het er over eens, dat het beter zo dan andersom kon zijn en de inhoud bleef door het steeds overspoelende water vrij fris. Van ons schip hadden we nog net voor het optreden van de al eerder beschreven storing in onze “radio-uitrusting” vernomen, dat ze ons kort na half vier op zouden komen pikken. Door het merendeel van de bemanning werd na enige uren stampen en slingeren met een welhaast ongewone liefde over Hr. Ms. Dubois” gesproken en werd uitgekeken naar rookwolkjes aan de kam. Iemand, die kennelijk weinig vertrouwen had in ons “zwarte koor” verwachtte uit een hele grote zwarte rooksliert aan de horizon ons schip te voorschijn te zien komen, maar even later bleek dit echter een knots van een tanker te zijn. Een half uurtje later kwam echt zonder rook de langverwachte aanstomen, herkenbaar aan een stoomwolk achterlijker dan dwars aan stuurboord ter hoogte van de wasserij. Na een kort tevoren gemaakte ongelukkige manoeuvre, waarbij we bijna tot onze knieën in het zoute water kwamen te staan was haar verschijning inderdaad een opluchting. Op de brug van het moederschip bleek men geen pardon voor ons te kennen, want na onze verwachting dat er even langs ons gestoomd zou worden om een vanglijn of keesje te gooien werd er een sein gehesen waaruit bleek dat het schip gestopt lag en we ons best nog maar even moesten doen om langszij te komen. Dit bleek na hard vechten onzerzijds niet op onoverkomelijke bezwaren te stuiten en Wiersma stuurde ons op het laatst als een “Vliegende Hollander” tot vlak onder de takels. Met behulp van bijna iedereen stond de whale-boot na een kwartier aan dek uit te lekken.
Om nu nog even te tonen dat we Hollanders zijn, ondanks ons meestal bruinverbrande tronies, zij vermeld dat de Nassi best smaakte en we ons voor een volgende tocht weer melden, maar dan graag met een 100% goed getuigde boot en voor de verandering eens het parkoers St. Michielsbaai – St. Kruisbaai of als het moet naar Oranjestad.
J.F.R.
Woensdag 29 mei
Na allerlei schijnbaar onoverkomelijke moeilijkheden, zoals de whaleboot van drinkwater voorzien, omdat men van “drinkwaterzijde” bepaald had, dat zulks verspilling was, het vinden van een aan de gestelde afmetingen voldoend hoosvat, in de boot aanwezige reddingsmiddelen enz. enz., lagen we dan toch eindelijk achter het verweerde achteraanzicht van onze bloedeigen “Dubois”, klaar om op te tuigen en daarna los te gooien. Na enige tijd was dat gebeurd en kon LTZ Wiersma met een zeevaardersgezicht ons bootje de ST. Kruisbaai uitsturen. Nog maar net waren de transpiratie-sporen over ons hele lichaam, door een zilte wind weggevaagd, of de man van optische seinwezen aan boord van ons moederschip knipperde ons het volgende seintje na: “set watch op line alfa”. Dit was een van de vier kanalen op ons miniatuurzendertje en ontvangertje, dat wij voor alle zekerheid van de V.O. hadden meegekregen, benevens een seinlamp plus accu. Na enig geharrewar in de verschillende kaki-puinhopen op de bodem van de whale-boot, bleek de verbinding zoals gewoonlijk bij de aanvang van een oefening goed, waarna afgesproken werd dat we ons elk half uur even moesten melden. Later op de dag bleek dat ook optische verbindingen belangrijk kunnen zijn want door overkomend water en ook misschien door het stampen, dat we na verloop van tijd deden, bleek er kortsluiting te zijn ontstaan in onze “praatdoos”, zo erg zelfs, dat bij gebruik er van kleine rookwolkjes ontstonden. Op speciaal verzoek van de timmerman zijn we toen maar gestopt met het melden, want de lucht, die met de kortsluiting gepaard ging, was volgens hem niet te harden. We hadden nog maar juist de St. Kruisbaai onze achtersteven laten zien of daar begon het lieve leven, alhoewel nog niet zo erg als een paar uur later, moesten we ons toch al terdege in evenwicht houden en uitkijken naar de steunpunten om bij een onverwachte schuiver toch nog binnenboord te kunnen blijven. Van de kust wegvarende hadden we de indruk lekker op te schieten en we zouden dus na een half uurtje, na door de wind te zijn gegaan, rustig dwars op het zeetje de St. Martha baai kunnen bezeilen, waarna de St. Jansbaai, dan even punta halvendagronden en we hadden het zo goed als verdiend. Het pakte echter wel een beetje anders uit. Door een nog steeds aanwakkerende wind en een niet al te best getuigde sloep liepen we, te veel afgeremd door de klapper die we bij iedere golf te incasseren kregen, amper geen vaart. Door iets ruimer te gaan zeilen, gingen inderdaad braaf over de natte ruggen van de Caribische zee en schoten we ook lekker op, tenminste door het water, maar ten opzichte van de wal zat er geen schot in, temeer daar we terugsturend naar het eiland bij halve wind als een krab door het water gingen, voornamelijk vanwege de golven, die ons eendrachtig over bakboord wegzetten, richting St. Kruisbaai. Na drie runs van elk plusminus een half uur kwamen we steeds weer uit in de St. Marthabaai, zij het dan de ene keer met 3 cm terreinwinst en de twee andere keren met 2 centimeter!
Tot dusver hadden we de blokjes, waar de grootzeilschoten door liepen, op het boord bevestigd gehad, door dit nu enigszins te veranderen bleek dat er iets scherper gezeild kon worden, echter niet met voldoende resultaat, want de St. Michielsbaai hebben we deze middag niet meer gezien.
Het hoosvat bleek gedurende de hele tocht een der belangrijkste onderdelen van het hele schip. Om beurten werd er gezwoegd om de hele zaak drijvende te houden; er waren zelfs mensen die meenden zelf ook water te moeten lozen om het drijfvermogen op te voeren. De nette kartonnen doos, waarin de flessen limonade aan boord waren gezet dreef ondertussen al als pulp tussen de nog hele flessen. Enfin, iedereen was het er over eens, dat het beter zo dan andersom kon zijn en de inhoud bleef door het steeds overspoelende water vrij fris. Van ons schip hadden we nog net voor het optreden van de al eerder beschreven storing in onze “radio-uitrusting” vernomen, dat ze ons kort na half vier op zouden komen pikken. Door het merendeel van de bemanning werd na enige uren stampen en slingeren met een welhaast ongewone liefde over Hr. Ms. Dubois” gesproken en werd uitgekeken naar rookwolkjes aan de kam. Iemand, die kennelijk weinig vertrouwen had in ons “zwarte koor” verwachtte uit een hele grote zwarte rooksliert aan de horizon ons schip te voorschijn te zien komen, maar even later bleek dit echter een knots van een tanker te zijn. Een half uurtje later kwam echt zonder rook de langverwachte aanstomen, herkenbaar aan een stoomwolk achterlijker dan dwars aan stuurboord ter hoogte van de wasserij. Na een kort tevoren gemaakte ongelukkige manoeuvre, waarbij we bijna tot onze knieën in het zoute water kwamen te staan was haar verschijning inderdaad een opluchting. Op de brug van het moederschip bleek men geen pardon voor ons te kennen, want na onze verwachting dat er even langs ons gestoomd zou worden om een vanglijn of keesje te gooien werd er een sein gehesen waaruit bleek dat het schip gestopt lag en we ons best nog maar even moesten doen om langszij te komen. Dit bleek na hard vechten onzerzijds niet op onoverkomelijke bezwaren te stuiten en Wiersma stuurde ons op het laatst als een “Vliegende Hollander” tot vlak onder de takels. Met behulp van bijna iedereen stond de whale-boot na een kwartier aan dek uit te lekken.
Om nu nog even te tonen dat we Hollanders zijn, ondanks ons meestal bruinverbrande tronies, zij vermeld dat de Nassi best smaakte en we ons voor een volgende tocht weer melden, maar dan graag met een 100% goed getuigde boot en voor de verandering eens het parkoers St. Michielsbaai – St. Kruisbaai of als het moet naar Oranjestad.
J.F.R.
DONKERE KAMER.
Nu we zo langzamerhand al een beetje aan onze term begonnen zijn en het schip al een paar zeeën met zijn schroef gedag heeft gewimpeld zijn er al enkele amateurs verschenen om hun toestelletjes aan wind en weder bloot te stellen. En er is raak geschoten! Er werden daarom twee personen gevraagd voor de donkere kamer. Liefhebbers werden gezocht met de grootste lamp die aan boord aanwezig was. En ze werden gevonden! Deze lieden kan men nu een groot deel van hun vrije tijd achter de duer met het onderschrift “DONKERE KAMER NIET STOREN SVP” vinden. Omdat Henk zo graag een stuk zee wilde kieken en Piet zijn Curasaose vriendinnetje. Maar Piet had vergeten de juiste belichtingstijd in te stellen en nu staat hij te griepen dat zijn foto waardeloos is en dat de donkere kamer gasten hun boekje ‘hoe leer ik ontwikkelen” nog maar eens door moeten lezen. Een verkeerd genomen foto kan vaak door de donkere kamer weer goed worden gemaakt, maar de zaak is nog niet op dreef en er mankeren nog een hoop spullen, waaronder een ontwikkellamp, diverse soorten afdrukpapier (om dit naar het negatief te richten) en het glansmateriaal. Dit heeft alleen nog maar betrekking op de kleinbeeldcamera (24x36). Maar wij twijfelen er niet aan, of dit wordt door onze O.S.&O. in orde gebracht., zodat beide partijen tevreden kunnen zijn. Zelfs de “amateurs” onder ons die hun fototoestel bedienen als een 7,6 cm kanon! Zij die de volgende films ingeleverd hebben: 6 x 6, 6 x 9, en 4 x 4 zullen nog een poosje op hun plaatjes moeten wachten aangezien er nog geen materiaal aanwezig is in de donkere kamer voor dit genre. De term is toch nog niet om het beeld van onze lieve ouders, broers, zusters en verloofdes is nog niet uit onze geest vervaagd. DE JOURNALIST. |
NIEUWS VAN HET KEGELFRONT.
Zoals sommigen mogelijk al ontdekt hebben bestaan er op Curacao diverse kegelclubs, die op regelmatige tijden spelen en waar men zich bij aan kan sluiten. Maar indien er al enkelen lid van een dergelijke club geworden zijn zal zich dat toch beperken tot diegenen, die deze sport reeds eerder beoefend hebben. Waar het echter thans om gaat is om ook hen, die nog nooit een bal op een kegelbaan gehanteerd hebben, in de gelegenheid te stellen deze sport te leren en te beoefenen, want dat het een sport is staat voorop! Het idee, dat dit een öude-heren” sport zou zijn is net zo waar als het idee, dat hardlopen geen damessport is. En dat kegelen synoniem zou zijn met drank (!) is ook een misvatting; hooguit wordt er van tijd tot tijd een alcoholische verversing gebracht. Het spel zelf is vrij simpel: er zijn negen kegels die door een bal, die over een smalle baan loopt omgegooid moeten worden; wie de meeste kegels omgooit heeft gewonnen! Maar nu de variaties: kent U de “zesdaagse” (2 bierronden), het “doodskistje”, “hara kiri”, “een en twinigen”, “hoge en lage huisnummertjes”? Welnu, al dit en veel meer biedt U kegelclub “Dubois” (wie heeft een passende naam?), geeft U op als lid of als belangstellende bij SGTMACH M.J. Seijffers of LTZ 1 W.J. Kramer. Een vaste kern van circa 20 leden is een ideaal aantal. Onze club kan in Willemstad vrijwel elke middag beschikken over de baan en de faciliteiten van de Curacaose Droogdok Mij., die haar clubgebouw bereidwillig voor dit doel openstelt. Zodra ons team is ingespeeld en opgewerkt kunnen we ons als club gaan storten op de avondbijeenkomsten, niet alleen in Willemstad, maar ook in de andere plaatsen, waar over een kegelbaan beschikt wordt. Definities: Kegel: houten pilaartje dat om kan vallen. Bal: rond voorwerp, dat pilaartje kan doen omvallen. Baan: het traject dat de bal moet afleggen om bij de kegel te komen. Lid: iemand die mee wil doen. Belangstellende: iemand die eerst eens wil kijken. W.J.K. |
WIST U ..
…. Dat de detailbeheerder O.S. & O. zijn bestelling voor een zodiac buitenboord motor heeft geannuleerd?
…. Dat op een Gato is aangevraagd: scheepshond, marineverstrekking, stuks 1 ?
…. Dat de honorering hiervan reeds medio ’65 tegemoet gezien kan worden?
…. Dat de commandant een anonieme inzending aan de redactie heeft gezonden?
…. Dat de ingescheepte mariniers dachten dat het ijs in het cafetaria gratis verstrekt werd en er dan ook
lustig op los “tapten”?
…. Dat de “ijsman” pas kon ingrijpen nadat hij zijn spraak hervonden had?
…. Dat deze week, toen de whale-boat bijna opgegeven was, de EO plotseling meende de JO in een
zeilscheepje te ontdekken? (maar dat dit een indiaan bleek te zijn)
…. Dat de HMK toen opperde, dat de JO waarschijnlijk “iets” verpiept was?
…. Dat de honorering van ieder “wist u datje” verhoogd is tot NA fl. 0,10?
EN
dat na U
nog drie man
dit krantje moeten lezen !
…. Dat de detailbeheerder O.S. & O. zijn bestelling voor een zodiac buitenboord motor heeft geannuleerd?
…. Dat op een Gato is aangevraagd: scheepshond, marineverstrekking, stuks 1 ?
…. Dat de honorering hiervan reeds medio ’65 tegemoet gezien kan worden?
…. Dat de commandant een anonieme inzending aan de redactie heeft gezonden?
…. Dat de ingescheepte mariniers dachten dat het ijs in het cafetaria gratis verstrekt werd en er dan ook
lustig op los “tapten”?
…. Dat de “ijsman” pas kon ingrijpen nadat hij zijn spraak hervonden had?
…. Dat deze week, toen de whale-boat bijna opgegeven was, de EO plotseling meende de JO in een
zeilscheepje te ontdekken? (maar dat dit een indiaan bleek te zijn)
…. Dat de HMK toen opperde, dat de JO waarschijnlijk “iets” verpiept was?
…. Dat de honorering van ieder “wist u datje” verhoogd is tot NA fl. 0,10?
EN
dat na U
nog drie man
dit krantje moeten lezen !
SAVANETA – DUBOIS.
De eerste kennismaking met Aruba was overigens niet om er over naar huis te schrijven. Nadat ons voetbalelftal het kamp had betreden, werden we letterlijk aangekeken en nagekeken door een vijftigtal mariniers; wat daarvan de bedoeling was is ons na enige ogenblikken wel duidelijk geworden. Bij het betreden van het terrein was er over de hele lengte en breedte van het veld geen stukje gras of groen te bespeuren. Maar ondanks deze handicap werd er toch om 5 over 4 afgetrapt. Mede doordat de leiding van de scheidsrechter zwak was en er dus vele verkeerde beslissingen werden genomen was het geen hoogstaande wedstrijd. Maar dit nam toch niet weg dat de mariniers al heel gauw aan een respectabele voorsprong begonnen te bouwen. Nadat de linksbuiten al geruime tijd buitenspel had gestaan was het voor de middenvoor niet moeilijk om uit deze voorzet te scoren. Nu volgden er enige tegenaanvallen waarin Terlouw zijn directe tegenstander wilde laten robben. De mariniers namen het offensief weer over wat alweer tot een doelpunt leidde. 2 – 0. De nodige geestdriften enthousiasme ontbraken om een tegenaanval te gaan ondernemen, ondanks het feit dat er maar twee potten bier per man per dag verstrekt worden was het tempo dat werd opgebracht niet hoger dan de welbekende Dreesgang. Romein verliet met kramp de spilplaats en hobbelde gedurende de verdere eerste speeltijd wat in de voorhoede mee. Nog voor de rust wisten de mariniers de stand op 3 – 0 te brengen. Tijdens de rust werd ons een consumptie aangeboden. De coach bracht tevens enige wijzigingen in het elftal aan. Romein werd vervangen door van Stoffelen. De tweede helft brak aan en na enige minuten gaf van Stoffelen enige aanwijzingen maar zo hard dat alle paarden begonnen te steigeren en prompt was het 4 – 0. De keeper gaf nog een staaltje weg, dat elke toeschouwer dacht, die is bezig voor een contract met Cirous Strassburger, maar ondanks dit alles kwam men toch weer tot bezinning om over te gaan op voetbal. Na 15 minuten kwam onverwacht de lang uitgebleven tegenaanval; de bal ging van man tot man waaruit van der Stelt het eerste doelpunt kon scoren. Dat gaf de “burger” moed, de mariniers werden teruggedrongen. Helaas bleef het tempo veel te laag om de mariniers te kunnen verschalken. Ondanks het feit dat van der Stelt de score iets dragelijker maakte (4 – 2) was het ook met het vuurwerk van Hr. Ms. “Dubois” gedaan. De kanonniers hadden de rustpal beetgepakt waaruit blijkt dat bij de eerstvolgende stillig zondag opnieuw, maar dan op een andere ster zal moeten worden uitgericht. Om tien voor half zes brak het einde aan, waarna de pater ons vergaste ons op een koele drank.
TOESCHOUWER
Nog meer voetbal nieuws.
Een bepaald korps aan boord heeft van voetballen wel eens wat gehoord. En wel dat de bal rond is en misschien dat er van ene zijde 11 man op het veld moeten verschijnen, al of niet voetballer. Dit korps werd op Hemelvaartsdag door de “van Ewijck” uitgedaagd om elkaars krachten op het voetbalveld te meten.
Met de truck werd vertrokken. De “van Ewijck” stuurde echter hun beste spelers. Het voetballen ging door! Alhoewel er om de vier minuten door verse krachten werd gewisseld, werd de nederlaag toch een feit. Hoe groot de nederlaag was was niet te achterhalen toen ze oververmoeid terugkwamen. Eindelijk kwam ik er achter. Zelfs de eer hadden ze niet kunnen redden en de uitslag 11 – 0 was dan ook groot genoeg.
Toch heb ik horen mompelen, dat het “zwarte koor” hier nog eens op terugkomt.
p.s.
Een bepaald korps aan boord heeft van voetballen wel eens wat gehoord. En wel dat de bal rond is en misschien dat er van ene zijde 11 man op het veld moeten verschijnen, al of niet voetballer. Dit korps werd op Hemelvaartsdag door de “van Ewijck” uitgedaagd om elkaars krachten op het voetbalveld te meten.
Met de truck werd vertrokken. De “van Ewijck” stuurde echter hun beste spelers. Het voetballen ging door! Alhoewel er om de vier minuten door verse krachten werd gewisseld, werd de nederlaag toch een feit. Hoe groot de nederlaag was was niet te achterhalen toen ze oververmoeid terugkwamen. Eindelijk kwam ik er achter. Zelfs de eer hadden ze niet kunnen redden en de uitslag 11 – 0 was dan ook groot genoeg.
Toch heb ik horen mompelen, dat het “zwarte koor” hier nog eens op terugkomt.
p.s.
D E N K S P O R T
De oplossing van de vorige denksport bleek voor zeer velen te moeilijk te zijn. Slechts één goede inzending werd ontvangen!
De uitgeloofde NA Fl. 2,50 gaan deze week naar KPLNGID N. Vlieger. Proficiat!!
De juiste oplossing is:
Deze week twee “DENKSPORTJES” die wat gemakkelijker zijn:
Prijs voor de goede oplossing: NA Fl. 2,-
Oplossingen moeten vóór donderdag 6 juni 12.00 uur bij de redactiecommissie ingeleverd zijn. Bij meerdere goede oplossingen beslist het lot.
De oplossing van de vorige denksport bleek voor zeer velen te moeilijk te zijn. Slechts één goede inzending werd ontvangen!
De uitgeloofde NA Fl. 2,50 gaan deze week naar KPLNGID N. Vlieger. Proficiat!!
De juiste oplossing is:
- De Noor drinkt water
- De Japanner is de eigenaar van de zebra
Deze week twee “DENKSPORTJES” die wat gemakkelijker zijn:
- Gegeven: in een donker hok liggen op een grote stapel door elkaar 100 rode en 100 zwarte sokken.
- Gegeven: U heeft een balansweegschaal en 8 guldens 00000000. Van deze 8 guldens is er een vals. Het gewicht van de valse gulden is kleiner dan dat van een goede gulden.
Prijs voor de goede oplossing: NA Fl. 2,-
Oplossingen moeten vóór donderdag 6 juni 12.00 uur bij de redactiecommissie ingeleverd zijn. Bij meerdere goede oplossingen beslist het lot.
WETENSWAARDIGE DINGEN OVER SURINAME.
Zoals bekend zal Hr. Ms. “Dubois” een bezoek aan Suriname brengen en daarom is het wel interessant om enkele dingen over dit rijksdeel te vertellen. Allereerst de regering: Suriname is een volkomen zelfstandig deel van het Koninkrijk der Nederlanden. De regering van Suriname wordt gevormd door een gouverneur als vertegenwoordiger van H.M. de Koningin, met een raad van ministers. De raad van ministers is politiek verantwoordelijk aan de volksvertegenwoordiging (de Nederlandse 2de kamer), die in Suriname 21 leden telt. Deze 21 leden worden rechtstreeks door de kiezers gekozen. Op de verkiezingen die om de 4 jaar worden gehouden, stemt men precies zoals in Nederland met 23 jaar, alhoewel men hier geen stemplicht kent.
Het klimaat in Suriname is tropisch met een gemiddelde dagtemperatuur van 26 graden Celsius en een gemiddelde nachttemperatuur van 23 graden Celsius. Men kent hier verschillende seizoenen te weten een zogenaamde grote en kleine regentijd en een grote en kleine droge tijd. De verdeling van de seizoenen is in het algemeen als volgt: kleine regentijd van half november tot begin februari, kleine droge tijd van begin februari tot midden maart, grote regentijd van midden maart tot eind juli, grote droge tijd van begin augustus tot half november. Zoals u natuurlijk al begrepen hebt, komen wij in de grote regentijd en het is dus best mogelijk dat wij slecht weer hebben tijdens ons bezoek.
Suriname heeft ongeveer 250.000 inwoners waarvan er ongeveer 100.000 in Parimaribo wonen. Het grootste gedeelte van de bevolking bestaat uit Creolen (ongeveer 95.000) en Hindoestanen (75.000); verder leven er de oorspronkelijke bewoners de Indianen (4000), Indonesiers (40.000) Chinezen (4500) en nog ongeveer 4000 inwoners van andere nationaliteit, terwijl ons land met 2600 inwoners de rij sluit.
Van de totale bevolking in Suriname belijden ongeveer 99.000 de Christelijke godsdienst, waarvan er 40.000 aangesloten zijn bij de Evangelische Broedergemeente, ongeveer 11.000 bij de Nederlands Hervormde kerk, 5500 bij de Evangelisch Lutherse kerk, terwijl de Rooms-Katholieke kerk met 41.000 belijders ook een zeer belangrijke plaats inneemt. Van de overige bewoners is naar schatting 75.000 Hindoe en 50.000 Islamiet (indonesiers en een klein deel van de hindostanen).
De officiele taal in Suriname is Nederlands, dat op de scholen onderwezen wordt. Er zijn in Suriname ongeveer 160 scholen voor lager onderwijs, 25 voor middelbaar en uitgebreid lager onderwijs en 20 scholen voor vakonderwijs, terwijl er verder nog een veertigtal zogenaamde boslandscholen voor zeer elementair lager onderwijs voor de zeer laag ontwikkelde inlanders.
Hoewel Suriname in hoofdzaak een agrarisch land is, is bauxiet een mijnbouwprodukt, het belangrijkste artikel in het uitvoerpakket, dat een aandeel van 80% van de totale uitvoer inneemt.
De twee grootste werkgevers in Suriname zijn dan ook de twee bauxietondernemingen, namelijk de Billiton Mij. Suriname N.V. en de Suriname Aluminium Company (SURALCO), die tezamen ongeveer 5.000 man in dienst hebben.
Na bauxiet neemt de houtexport de tweede plaats in waarbij het Bruijnzeel concern een belangrijke plaats inneemt: het heeft in Suriname o.a. een zagerij, een triplex- en een spaanderplaten fabriek.
Verder zijn exportartikelen cyprusvruchten (voornamelijk naar de Beneluxlanden) cocosnoten, koffie, suiker en confectiekleding. Het heeft daarnaast nog grote bakkerijen, limonadefabrieken, een vis- en kanalen fabriek, een Amstelbrouwerij een sigaretten-en sigaren fabrieken en een melkcentrale.
De verbindingen met het buitenland over het water worden onderhouden door de K.N.S.N., de Compagnie Generale Trans-Atlantique en de Alcoa steamship Company. De Nationale Maatschappij, de N.V. Scheepvaart Mij. Suriname onderhoudt met haar enkele coasters een geregelde dienst in het Caribische gebied en verzorgt verdere een groot deel van het binnenlands vervoer te water.
Suriname wordt ook betrokken in het internationale luchtvaartverkeer. In het jaar 1960 kwam de modernisering van de luchthaven Zenderij gereed en werd het nieuwe stationsgebouw in gebruik genomen. De K.L.M., de Pam American World Airlines en de Air France onderhouden geregelde diensten, terwijl ook andere maatschappijen van deze luchthaven gebruik maken. De Surinaamse Luchtvaart Maatschappij verzorgt diverse verbindingen in het binnenland.
Het eigen culturele leven in Suriname vertoont een opwekkend beeld. Naast de beoefening van het toneel, ondervindt ook het ballet grote belangstelling.
Voorts is Paramaribo een philharmonisch orkest, een jeugdorkest en een kamermuziekvereniging rijk.
Het culturele leven in Suriname wordt in belangrijke mate gesteund door de Nederlandse Stichting voor culturele samenwerking met Suriname en de Nederlandse Antillen (STICUSA). Een belangrijk medespeelster van de STICUSA in Suriname is de Stichting Cultureel Centrum Suriname (S.C.C.S.), welke ook samenwerkt met andere culturele organisaties in Suriname.
Een cultureel hoogtepunt in het verleden is geweest de opvoering van het Caribisch passiespel in het openluchttheater van Paramaribo, dat 13 opvoeringen mocht beleven met in totaal ruim 13.000 toeschouwers. De STICUSA heeft enkele gedeelten in een korte film laten vastleggen.
Dit was Suriname in vogelvlucht, maar we gaan ook naar Trinidad: de eer aan U om een enkel woord over dit land te schrijven, waar zoals bekend jaarlijks het grootste carnaval ter wereld gevierd wordt.
J O B E
Zoals bekend zal Hr. Ms. “Dubois” een bezoek aan Suriname brengen en daarom is het wel interessant om enkele dingen over dit rijksdeel te vertellen. Allereerst de regering: Suriname is een volkomen zelfstandig deel van het Koninkrijk der Nederlanden. De regering van Suriname wordt gevormd door een gouverneur als vertegenwoordiger van H.M. de Koningin, met een raad van ministers. De raad van ministers is politiek verantwoordelijk aan de volksvertegenwoordiging (de Nederlandse 2de kamer), die in Suriname 21 leden telt. Deze 21 leden worden rechtstreeks door de kiezers gekozen. Op de verkiezingen die om de 4 jaar worden gehouden, stemt men precies zoals in Nederland met 23 jaar, alhoewel men hier geen stemplicht kent.
Het klimaat in Suriname is tropisch met een gemiddelde dagtemperatuur van 26 graden Celsius en een gemiddelde nachttemperatuur van 23 graden Celsius. Men kent hier verschillende seizoenen te weten een zogenaamde grote en kleine regentijd en een grote en kleine droge tijd. De verdeling van de seizoenen is in het algemeen als volgt: kleine regentijd van half november tot begin februari, kleine droge tijd van begin februari tot midden maart, grote regentijd van midden maart tot eind juli, grote droge tijd van begin augustus tot half november. Zoals u natuurlijk al begrepen hebt, komen wij in de grote regentijd en het is dus best mogelijk dat wij slecht weer hebben tijdens ons bezoek.
Suriname heeft ongeveer 250.000 inwoners waarvan er ongeveer 100.000 in Parimaribo wonen. Het grootste gedeelte van de bevolking bestaat uit Creolen (ongeveer 95.000) en Hindoestanen (75.000); verder leven er de oorspronkelijke bewoners de Indianen (4000), Indonesiers (40.000) Chinezen (4500) en nog ongeveer 4000 inwoners van andere nationaliteit, terwijl ons land met 2600 inwoners de rij sluit.
Van de totale bevolking in Suriname belijden ongeveer 99.000 de Christelijke godsdienst, waarvan er 40.000 aangesloten zijn bij de Evangelische Broedergemeente, ongeveer 11.000 bij de Nederlands Hervormde kerk, 5500 bij de Evangelisch Lutherse kerk, terwijl de Rooms-Katholieke kerk met 41.000 belijders ook een zeer belangrijke plaats inneemt. Van de overige bewoners is naar schatting 75.000 Hindoe en 50.000 Islamiet (indonesiers en een klein deel van de hindostanen).
De officiele taal in Suriname is Nederlands, dat op de scholen onderwezen wordt. Er zijn in Suriname ongeveer 160 scholen voor lager onderwijs, 25 voor middelbaar en uitgebreid lager onderwijs en 20 scholen voor vakonderwijs, terwijl er verder nog een veertigtal zogenaamde boslandscholen voor zeer elementair lager onderwijs voor de zeer laag ontwikkelde inlanders.
Hoewel Suriname in hoofdzaak een agrarisch land is, is bauxiet een mijnbouwprodukt, het belangrijkste artikel in het uitvoerpakket, dat een aandeel van 80% van de totale uitvoer inneemt.
De twee grootste werkgevers in Suriname zijn dan ook de twee bauxietondernemingen, namelijk de Billiton Mij. Suriname N.V. en de Suriname Aluminium Company (SURALCO), die tezamen ongeveer 5.000 man in dienst hebben.
Na bauxiet neemt de houtexport de tweede plaats in waarbij het Bruijnzeel concern een belangrijke plaats inneemt: het heeft in Suriname o.a. een zagerij, een triplex- en een spaanderplaten fabriek.
Verder zijn exportartikelen cyprusvruchten (voornamelijk naar de Beneluxlanden) cocosnoten, koffie, suiker en confectiekleding. Het heeft daarnaast nog grote bakkerijen, limonadefabrieken, een vis- en kanalen fabriek, een Amstelbrouwerij een sigaretten-en sigaren fabrieken en een melkcentrale.
De verbindingen met het buitenland over het water worden onderhouden door de K.N.S.N., de Compagnie Generale Trans-Atlantique en de Alcoa steamship Company. De Nationale Maatschappij, de N.V. Scheepvaart Mij. Suriname onderhoudt met haar enkele coasters een geregelde dienst in het Caribische gebied en verzorgt verdere een groot deel van het binnenlands vervoer te water.
Suriname wordt ook betrokken in het internationale luchtvaartverkeer. In het jaar 1960 kwam de modernisering van de luchthaven Zenderij gereed en werd het nieuwe stationsgebouw in gebruik genomen. De K.L.M., de Pam American World Airlines en de Air France onderhouden geregelde diensten, terwijl ook andere maatschappijen van deze luchthaven gebruik maken. De Surinaamse Luchtvaart Maatschappij verzorgt diverse verbindingen in het binnenland.
Het eigen culturele leven in Suriname vertoont een opwekkend beeld. Naast de beoefening van het toneel, ondervindt ook het ballet grote belangstelling.
Voorts is Paramaribo een philharmonisch orkest, een jeugdorkest en een kamermuziekvereniging rijk.
Het culturele leven in Suriname wordt in belangrijke mate gesteund door de Nederlandse Stichting voor culturele samenwerking met Suriname en de Nederlandse Antillen (STICUSA). Een belangrijk medespeelster van de STICUSA in Suriname is de Stichting Cultureel Centrum Suriname (S.C.C.S.), welke ook samenwerkt met andere culturele organisaties in Suriname.
Een cultureel hoogtepunt in het verleden is geweest de opvoering van het Caribisch passiespel in het openluchttheater van Paramaribo, dat 13 opvoeringen mocht beleven met in totaal ruim 13.000 toeschouwers. De STICUSA heeft enkele gedeelten in een korte film laten vastleggen.
Dit was Suriname in vogelvlucht, maar we gaan ook naar Trinidad: de eer aan U om een enkel woord over dit land te schrijven, waar zoals bekend jaarlijks het grootste carnaval ter wereld gevierd wordt.
J O B E
QUA PATET ORBIS
ANDERHALF UUR
Donderdagmorgenkwart voor vier. Alle aangewezen personen stonden opgewekte gezichten te wachten op het sein om de aanwezige 6 “ZODIACS” te water te laten. Tragisch was het, dat dit te water laten niet gepaard ging met champagne, maar met onderdrukt gegeeuw, daarvoor hadden we dan ook de honde wacht gelopen.
Het strijken had nogal wat voeten in de aarde, maar om half vijf lagen de eerste twee rubberboten in het water.
En toen begon het: uw verslaggever had het geluk een marinier te zwoegen en ik kan iedereen verzekeren, dat dat een markant gezicht is.
Want wat was het geval? Ondanks hardnekkig trekken en rukken aan de starter wilde de motor van boot 2 niet gaan lopen en werd ik vergast op een stel ongekruide mariniersuitdrukkingen welke zeer zeker niet voor herhaling vatbaar zijn. Waarschijnlijk juist daardoor wilde de motor niet starten en werden we de St. Kruisbaai ingesleept door boot 1.
In het pikkedonker konden we nog net een visnet ontwijken en om ongeveer 10 voor 5 lagen we op het strand, hetgeen uiteraard een paar natte voeten kostte, maar dat schijnt bij zo’n oefening te horen.
Het wachten was nu op de andere vier boten die na afloop van tijd op de meest onwaarschijnlijke manieren op het strand werden “afgemeerd”.
Om kwart over vijf was alles compleet, wat wel aardig klopte met de dagelijkse orders, waarop vermeld stond dat de “ZODIACS” ten 5.15 weer terug aan boord moesten zijn!
We zaten dus op het strand, met als waakhond aan de ketting Hr. Ms. “Dubois” voor de ingang van de baai.
We waren nog maar vijf minuten aan het strand of de eerste toeschouwers waren al present. Na verloop van tijd groeide dit aantal gestadig en werd compleet gemaakt met zes honden.
Na enige tijd wachten besloten twee korporaals de motor van de boot 2 nog eens te gaan proberen en ja hoor, na enige pogingen liep t’ie dan. Dat ze daarbij in het visnet verzeild raakten is een bijkomstige bijzonderheid, die eigenlijk van weinig belang is.
Nog steeds waren er geen mariniers te zien, dus werd de tijd bekort (een marinier schijnt niet te kunnen stilzitten) met het oppompen van alle boten, waarbij ongeveer de zelfde kreten gebruikt werden, die men normaal hoort bij het aanleggen van een kabel langs de kant van de weg.
Enige tijd later gingen verschillende vissers het nog steeds aanwezige visnet binnenhalen zodat iedereen weer wat had om naar te kijken.
Om tien voor zes kwamen eindelijk de verwachte mariniers aan, waarop de boten afgeduwd werden, hetgeen me weer een paar natte voeten kostte.
Wonder boven wonder deden alle motoren het en door uitgekiend manouvreren wist iedereen het visnet weer op een haar na te ontwijken waarna het full speed koers gezet werd naar het grote schip.
Langs het net klommen we naar boven, wat iemand de opmerking ontlokte, dat schrijver dezes geen marinier is en dat kan ik iedereen met een gerust hart verzekeren.
Zo stonden we dus anderhalf uur later weer aan boord: compleet met natte voeten en ondergeteknde enige mooie stopwoorden rijker.
Al met al was het een leuke ervaring, die hopelijk over enige tijd ook door onze landingsdivisie gedeeld kan worden.
H A R I
ANDERHALF UUR
Donderdagmorgenkwart voor vier. Alle aangewezen personen stonden opgewekte gezichten te wachten op het sein om de aanwezige 6 “ZODIACS” te water te laten. Tragisch was het, dat dit te water laten niet gepaard ging met champagne, maar met onderdrukt gegeeuw, daarvoor hadden we dan ook de honde wacht gelopen.
Het strijken had nogal wat voeten in de aarde, maar om half vijf lagen de eerste twee rubberboten in het water.
En toen begon het: uw verslaggever had het geluk een marinier te zwoegen en ik kan iedereen verzekeren, dat dat een markant gezicht is.
Want wat was het geval? Ondanks hardnekkig trekken en rukken aan de starter wilde de motor van boot 2 niet gaan lopen en werd ik vergast op een stel ongekruide mariniersuitdrukkingen welke zeer zeker niet voor herhaling vatbaar zijn. Waarschijnlijk juist daardoor wilde de motor niet starten en werden we de St. Kruisbaai ingesleept door boot 1.
In het pikkedonker konden we nog net een visnet ontwijken en om ongeveer 10 voor 5 lagen we op het strand, hetgeen uiteraard een paar natte voeten kostte, maar dat schijnt bij zo’n oefening te horen.
Het wachten was nu op de andere vier boten die na afloop van tijd op de meest onwaarschijnlijke manieren op het strand werden “afgemeerd”.
Om kwart over vijf was alles compleet, wat wel aardig klopte met de dagelijkse orders, waarop vermeld stond dat de “ZODIACS” ten 5.15 weer terug aan boord moesten zijn!
We zaten dus op het strand, met als waakhond aan de ketting Hr. Ms. “Dubois” voor de ingang van de baai.
We waren nog maar vijf minuten aan het strand of de eerste toeschouwers waren al present. Na verloop van tijd groeide dit aantal gestadig en werd compleet gemaakt met zes honden.
Na enige tijd wachten besloten twee korporaals de motor van de boot 2 nog eens te gaan proberen en ja hoor, na enige pogingen liep t’ie dan. Dat ze daarbij in het visnet verzeild raakten is een bijkomstige bijzonderheid, die eigenlijk van weinig belang is.
Nog steeds waren er geen mariniers te zien, dus werd de tijd bekort (een marinier schijnt niet te kunnen stilzitten) met het oppompen van alle boten, waarbij ongeveer de zelfde kreten gebruikt werden, die men normaal hoort bij het aanleggen van een kabel langs de kant van de weg.
Enige tijd later gingen verschillende vissers het nog steeds aanwezige visnet binnenhalen zodat iedereen weer wat had om naar te kijken.
Om tien voor zes kwamen eindelijk de verwachte mariniers aan, waarop de boten afgeduwd werden, hetgeen me weer een paar natte voeten kostte.
Wonder boven wonder deden alle motoren het en door uitgekiend manouvreren wist iedereen het visnet weer op een haar na te ontwijken waarna het full speed koers gezet werd naar het grote schip.
Langs het net klommen we naar boven, wat iemand de opmerking ontlokte, dat schrijver dezes geen marinier is en dat kan ik iedereen met een gerust hart verzekeren.
Zo stonden we dus anderhalf uur later weer aan boord: compleet met natte voeten en ondergeteknde enige mooie stopwoorden rijker.
Al met al was het een leuke ervaring, die hopelijk over enige tijd ook door onze landingsdivisie gedeeld kan worden.
H A R I
GEHOORD AAN DE BAK :
“Nu heb ik er één versierd zeg, een meid zoals je er zelden een ziet, mensenkinderen wat een spetter!
Zeg lui, heeft er iemand een postzegel voor me?
Vanochtend vergeten m’n brief naar m’n verkering in Holland te posten”!!!
Hari
“Nu heb ik er één versierd zeg, een meid zoals je er zelden een ziet, mensenkinderen wat een spetter!
Zeg lui, heeft er iemand een postzegel voor me?
Vanochtend vergeten m’n brief naar m’n verkering in Holland te posten”!!!
Hari